Het verhaal van de molen

 

In de kern van het vanouds agrarische Betuwse dorp Elden, waar met name de fruit- en tabaksteelt een grote plaats innamen, staat de in 1846 gebouwde, witte ronde stenen beltmolen. De windmolen werd gebouwd in opdracht van R. Mulder uit Elst, tot welke gemeente Elden toen behoorde. 

 Ondanks een goede molenbiotoop was er toch een belemmering voor het malen. Baron E.L. van Voorst tot Voorst vond dat het molenland te dicht aan zijn land grensde en de draaiende molen zijn paarden aan het schrikken maakte. Hij verzocht de gemeenteraad de molenaar te gelasten de wieken stil te zetten elke keer als er op zijn land met de paarden werd gewerkt. Dit verzoek werd op 9 mei 1846 toegestaan.

Op 14 mei 1888 werd de molen verkocht aan G. van der Weerdt, die in 1900 een uitbouw aan de molen liet plaatsen, waarin hij een stoommachine neerzette. Deze machine werd in 1910 door een petroleummotor vervangen met behulp waarvan de kunststenen op de maalzolder werden aangedreven. Van deze mechanische onderaandrijving resteren nu nog enkele onderdelen en een (niet meer maalvaardig) koppel stenen op de maalzolder.
 

 

Zoon Art nam op 22 mei 1924 de molen over. Hij had geen gemakkelijk bestaan, want de graanaanvoer werd steeds minder, vooral door de concurrentie met het machinale malen in fabrieken. 
In 1931 werd met malen op windkracht gestopt, waarna de conditie van de molen achteruit ging. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kende de molen echter een wat merkwaardige 'opleving': enkele personen probeerden, ongetwijfeld te goeder trouw in die moeilijke tijden, met 'De Hoop' opnieuw op windkracht te malen maar richtten door hun ondeskundigheid veel schade aan waardoor er niet meer met de molen kon worden gedraaid. 

Na de oorlog wilde men de inmiddels behoorlijk kreupele molen voor het dorp behouden. In 1951 volgde een restauratie door de fa. Beyk uit Afferden. Hierbij werden onder meer andere roeden gestoken, afkomstig uit de voor de sloop opgegeven korenmolen 'Vooruit' te Elshout (nabij Heusden). 
Van op windkracht malen kwam echter niet veel meer: de meeste boeren lieten hun graan door de fabriek malen en de stadsuitbreiding van Arnhem had het aantal landbouwbedrijven rond de molen sterk doen afnemen. In 1966 werd dit min of meer officieel toen Arnhem Elden annexeerde (tot die tijd viel Elden onder de Betuwse gemeente Elst).

 

 

Na het overlijden van Art van de Weerdt in 1973 werden de molen en het omliggende terrein in 1975 verkocht aan de Gemeente Arnhem voor het symbolische bedrag van 1 gulden. Samen met het Rijk en de Provincie is de molen in 1977 gerestaureerd door molenmaker Groot Wesseldijk uit het Gelderse Laren. Daarbij zijn de kap en het wiekenkruis vrijwel geheel vernieuwd. Op Nationale Molendag, 13 mei 1978, kon burgemeester J.A.F. Roelen van Arnhem de fraai opgeknapte molen weer in gebruik stellen.


Na de restauratie draaiden vrijwillige molenaars de molen. Nadat de dames Witjes enkele jaren de molen voor de prins lieten draaien (draaien zonder te malen), bracht molenaar Hans Derksen daarin verandering. Vanaf 1982 ging hij weer malen op ambachtelijke wijze. Tot 1989 ging het goed met de molen. Er was veel bijval van vooral de Eldenaren en over publieke belangstelling had de molen niet te klagen. Maar door o.a. het tekort aan gediplomeerde assistentie en teruglopende klandizie stopte Hans met het draaien en werden de molendeuren gesloten. Een paar slechte jaren braken aan waarin de conditie van de molen snel achteruit ging.

 

Toch werd er weer een nieuwe molenaar gevonden. Voor het oogstfeest van 1993 vond de Dorpsraad Jarke Schober bereid om de molen te laten draaien. Met de eigenaar, gemeente Arnhem, werd een contract gesloten en vanaf die tijd draait en maalt de beltmolen er weer vrolijk op los. Tot het moment dat Jarke door gezondheidsproblemen de molen niet meer kan laten malen. Het malen komt stil te liggen maar de molen draait nog wel voor de prins dankzij de inzet van molenaar Harry Vos.

 

Op 27 juli 2024 neemt Jarke, na 31 jaar, afscheid van de molen en draagt het stokje over aan Denise de Grave. Zij kwam in de zomer van 2021 naar de molen om aan haar opleiding te beginnen en sinds ze geslaagd is, heeft ze het plan opgevat om de molen weer te laten malen. Hiervoor zijn de stenen en het lichtwerk hersteld door de molensteenmaker en in de zomer van 2024 kon er voor het eerst weer proefgemalen worden. 

Met veel enthousiasme doormalen ging niet lukken want in augustus werd de molen in de steiger gezet voor het schilderen van de buitenkant en het vervangen van het riet op de kap. Het leek wel of kunstenaar Christo langs was geweest (bekend van het inpakken van allerlei grote objecten en gebouwen, zoals de Rijksdag in Berlijn). Op 2 november 2024 (Gelderse molendag) was de steiger weer weg en kon er feestelijk gedraaid worden.

©Auteursrechten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.